Seoeler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Se·oe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Seoeler | Seoelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Seoeler m
- (demoniem) een inwoner van Seoel, of iemand afkomstig uit Seoel
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Seoel in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Seoeler, Seouler • inwoonster: Seoelse, Seoulse • bijvoeglijk: Seoels, Seouls |
Gangbaarheid
- Het woord 'Seoeler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.