Schweschder
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- Schwesch·der
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | die Schweschder | die Schweschdere | ||
datief | ||||
accusatief |
Zelfstandig naamwoord
Schweschder, v
Synoniemen
- [2]: Glooschderfraa
Antoniemen
- [1-2]: Bruder
Opmerkingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie. voor [2]