Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Schnei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Schneider der Schneider Schneider die Schneider
datief me Schneider em Schneider Schneider de Schneider
accusatief en Schneider der Schneider Schneider die Schneider

Zelfstandig naamwoord

Schneider, m

  1. (beroep), (kleding) kleermaker (mannelijke vorm)
Afgeleide begrippen
Opmerkingen