Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Oos·teek·lo·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Oosteeklose Oosteeklosen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Oosteeklosev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Oosteeklo, of een vrouw afkomstig uit Oosteeklo
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

Oosteeklose

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Oosteekloos

Gangbaarheid