Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Oost-Duit·sers

Zelfstandig naamwoord

de Oost-Duitsersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Oost-Duitser

Bijvoeglijk naamwoord

Oost-Duitsers

  1. partitief van de vergrotende trap van Oost-Duits