Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Null·men·ge
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
enkelvoud meervoud
nominatief die Nullmenge die Nullmengen
genitief der Nullmenge der Nullmengen
datief der Nullmenge den Nullmengen
accusatief die Nullmenge die Nullmengen

Zelfstandig naamwoord

Nullmenge, m

  1. (wiskunde) nulverzameling, verzameling met maat nul
  2. (wiskunde) lege verzameling (minder juist)
Synoniemen
Hyperoniemen