Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Meind
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Meind die Meind
datief re Meind der Meind
accusatief en Meind die Meind

Zelfstandig naamwoord

Meind, v (gesl ???)

  1. (figuurlijk) hoofd
    «Heit hawwich Bolitiks uff mei Meind
    Vandaag heb ik het beleid in mijn hoofd.
Opmerkingen