Liechtensteiner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Liechtensteiner (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlixtə(n)ˌstɑjnər / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌliχtə(n)ˈstɛɪ̯nər/, /ˌliχtə(n)ˈstæɪ̯nər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˌlixtə(n)ˈstɛːnər/
- (Limburg): /ˈlixtə(n)ˌstɛɪ̯nər/
Woordafbreking
- Liech·ten·stei·ner
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Liechtenstein met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Liechtensteiner | Liechtensteiners |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Liechtensteiner m
- (demoniem) een inwoner van Liechtenstein, of iemand afkomstig uit Liechtenstein
Verwante begrippen
Demoniemen bij Liechtenstein in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Liechtensteiner • inwoonster: Liechtensteinse • bijvoeglijk: Liechtensteins |
Vertalingen
1. inwoner van Liechtenstein
Gangbaarheid
- Het woord Liechtensteiner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.