Kosovaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Ko·so·vaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Kosovaar | Kosovaren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Kosovaar m
- (demoniem) een inwoner van Kosovo, of iemand afkomstig uit Kosovo
Verwante begrippen
Demoniemen bij Kosovo in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Kosovaar • inwoonster: Kosovaarse • bijvoeglijk: Kosovaars |
Gangbaarheid
- Het woord Kosovaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.