Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ko·nink·rijks·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Koninkrijksland Koninkrijkslanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het Koninkrijkslando

  1. (politiek) één van de landen die deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden
     ‘Empathie tussen Koninkrijkslanden essentieel’[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “‘Empathie tussen Koninkrijkslanden essentieel’” (6 juli 2016), Caribisch Netwerk