Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: kerstkind
Het Kerstkind.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Kerst·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Kerstkind -
verkleinwoord Kerstkindje -

Eigennaam

Kerstkind o

  1. (religie) (kerst) het kind Jezus waarvan de geboorte met de kerst gevierd wordt
    • Het was een afbeelding van het Kerstkind in de stal. 

Gangbaarheid