Joegoslaviër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Joe·go·sla·vi·er
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Joegoslavië met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Joegoslaviër | Joegoslaviërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Joegoslaviër m
- (demoniem) een inwoner van Joegoslavië, of iemand afkomstig uit Joegoslavië
Verwante begrippen
Demoniemen bij Joegoslavië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Joegoslaviër • inwoonster: Joegoslavische • bijvoeglijk: Joegoslavisch |
Gangbaarheid
- Het woord Joegoslaviër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.