Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Ja·pan·se eik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Japanse eik Japanse eiken
verkleinwoord Japans eikje Japanse eikjes

Zelfstandig naamwoord

de Japanse eikm

  1. (bloemplanten) Quercus aliena   een ongeveer 10 m hoge, bladverliezende boom, die behoort tot de napjesdragersfamilie (Fagaceae  ). De Japanse eik komt van nature voor in Oost-Azië, China, Japan en Korea en is in 1908 in Europa geïntroduceerd. De bladeren krijgen in de herfst een gele kleur. De eironde, getande bladeren zijn aan de bovenkant glimmend, geelgroen en aan de onderkant blauwgroen, behaard
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie