Indische slangenhalsvogel

Nederlands

 
Indische slangenhalsvogel (mannetje)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • In·di·sche slan·gen·hals·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Indische slangenhalsvogel Indische slangenhalsvogels
verkleinwoord Indisch slangenhalsvogeltje Indische slangenhalsvogeltjes

Zelfstandig naamwoord

de Indische slangenhalsvogelm

  1. (gentachtigen) Anhinga melanogaster   een vogel uit de orde van de Suliformes   en de familie van de slangenhalsvogels. Het is een visetende vogel van zoet en brak water
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie