Goeree

Goeree op een kaart uit 1645

Nederlands

	demoniem
inwoner	Goereeër
vrouwelijke inwoner	Goereese
bijvoeglijk	Goerees

Uitspraak

• Geluid:  Goeree    (hulp, bestand)
• IPA: /ɣuˈre/

Woordafbreking

• Goe·ree

Woordherkomst en -opbouw

• (verkorting) Goedereede, samenstelling van  goede bn  en  rede zn  "veilige ankerplaats"

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Goeree	-
verkleinwoord	-

Eigennaam

Goeree o

1. (toponiem) (spreektaal) Goedereede, stadje in de Zuid-Hollandse gemeente Goeree-Overflakkee
2. (toponiem: eiland) voormalige eiland genoemd naar het daar gelegen stadje Goedereede

Synoniemen

• Goedereede
• [2] Westvoorn

Gangbaarheid

• Het woord 'Goeree' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.