Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • En·sche·de·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Enschedeër Enschedeërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Enschedeërm

  1. (demoniem) een inwoner van Enschede, of iemand afkomstig uit Enschede
Verwante begrippen

Gangbaarheid