Nederlands

  Niet te verwarren met: drieëenheid
Uitspraak
Woordafbreking
  • Drie-een·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Drie-eenheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Drie-eenheidv

  1. (religie) de eenheid van God in de christelijke religie in drie personen: God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie