Cantabrische haas

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Can·ta·bri·sche haas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Cantabrische haas Cantabrische hazen
verkleinwoord Cantabrisch haasje Cantabrische haasjes

Zelfstandig naamwoord

Cantabrische haas m / o

  1. (haasachtigen) Lepus castroviejoi   haasachtige uit de familie van de hazen en konijnen (Leporidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Palacios in 1977. De soort komt voor in Spanje.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie