Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Bui·ten·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Buitenkerk -
verkleinwoord - -

Eigennaam

Buitenkerk v/m

  1. (bouwkunde) (religie) een kerkgebouw in Kampen in de Nederlandse provincie Overijssel
    • Kom jij wel eens in de Buitenkerk? 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie