Brexit

Niet te verwarren met: brexit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Brexit    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈbrɛksɪt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• Brexit

Woordherkomst en -opbouw

• van brexit, volgens spellingregel 16.L geschreven met een hoofdletter als het om de naam van de historische gebeurtenis gaat; als onderwerp van politieke speculaties wordt brexit met een kleine letter geschreven

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Brexit	-
verkleinwoord	-	-

Eigennaam

Brexit v / m

1. (geschiedenis) uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, zoals die uiteindelijk op 31 maart 2020 plaatsvond

   ▸ De Britse economie lijkt na Brexit minder veerkrachtig: de problemen die we overal in Europa zien, lijken de Britse economie harder te raken.

   ▸ Britse bands en artiesten staan tijdens het eerste festivalseizoen na de Brexit een stuk minder vaak op Europese festivals.

Verwante begrippen

• euroscepsis

Gangbaarheid

• Het woord Brexit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

Woordherkomst en -opbouw

• kofferwoord, gevormd uit  Britain en  en  exit zn 

Zelfstandig naamwoord

1. (politiek) brexit

   «The UK is preparing for a Brexit without an agreement with the European Union.»

   Het Verenigd Koninkrijk bereidt zich voor op een brexit zonder overeenkomst met de Europese Unie.

2. (geschiedenis) Brexit

   «If you were lawfully resident in an EU country before 1 January 2021, your rights are protected by the Withdrawal Agreement. You continue to have broadly the same rights to live, work, study and access benefits and services as you had before Brexit.»

   Als u legaal in een EU-lidstaat verbleef voor 1 januari 2021, zijn uw rechten beschermd door het Uittredingsakkoord. U behoudt over het algemeen dezelfde rechten om te verblijven, werken, studeren en voorzieningen te gebruiken als u voor Brexit had.