Boedapester
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Boedapester (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Boe·da·pes·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Boedapester | Boedapesters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de Boedapester m
- (demoniem) een inwoner van Boedapest, of iemand afkomstig uit Boedapest
Verwante begrippen
Demoniemen bij Boedapest in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Boedapester • inwoonster: Boedapestse • bijvoeglijk: Boedapests, Boedapester |
stellend | |
---|---|
onverbogen | Boedapester |
verbogen | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Boedapester
- (demoniem) op Boedapest betrekking hebbend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Boedapester' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.