Belgische
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Belgische (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɛlɣisə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbɛɫ.χi.sə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbɛɫ.ɣi.sə/
- (Limburg): /ˈbɛl.ɣɪ.sə/
Woordafbreking
- Bel·gi·sche
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | Belgische | Belgischen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Belgische v
- (demoniem) een vrouw uit België
Verwante begrippen
| Demoniemen bij België in het Nederlands | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
inwoner: Belg • inwoonster: Belgische • bijvoeglijk: Belgisch | |||||||||||
Bijvoeglijk naamwoord
Belgische
- verbogen vorm van de stellende trap van Belgisch
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Belgische staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.