Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ba·ha·maan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Bahamaan Bahamanen
verkleinwoord Bahamaantje Bahamaantjes

Zelfstandig naamwoord

de Bahamaanm

  1. (demoniem) iemand afkomstig van de Bahama's
    • Ik had een Bahamaan in mijn klas. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid