Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈaʊ̯sgaːbn̩/, /ˈaʊ̯sgaːbm̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈaʊ̯sgaːbən/
Woordafbreking
  • Aus·ga·ben

Zelfstandig naamwoord

Ausgaben mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Ausgabe