Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • At·jeh·er
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Atjeh met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord Atjeher Atjehers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Atjeherm

  1. (demoniem) een inwoner van Atjeh, of iemand afkomstig uit Atjeh
Verwante begrippen

Gangbaarheid