Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Are·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van Arel met het achtervoegsel -aar
enkelvoud meervoud
naamwoord Arelaar Arelaars
Arelaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de Arelaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Arel, of iemand afkomstig uit Arel
Verwante begrippen

Gangbaarheid