Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈanhɛŋəʁɪn/
Woordafbreking
  • An·hän·ge·rin
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Anhängerin v

  1. een vrouwelijke persoon die fervent en overtuigd voor iemand, een bepaalde iets, een politische gerichtheid, een partij of gelijkaardigs wedijvert; aanhangster
    «Sie ist eine leidenschaftliche, glühende und überzeugte Anhängerin ihrer Partei.»
    Zij is een gepassioneerde, gloedvolle en overtuigde aanhangster van haar partij.
Verbuiging
Hyperoniemen
  • [1] geistig ausgerichteter Mensch
Hyponiemen