Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˈapzaːɡn̩/, /ˈapzaːɡŋ̩/, (duidelijk uitgesproken) /ˈapzaːɡən/
Woordafbreking
  • Ab·sa·gen

Zelfstandig naamwoord

Absagen mv

  1. nominatief, genitief, datief en accusatief meervoud van Absage
Gelijkklinkende woorden