Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Abes·sijn·se egel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Abessijnse egel Abessijnse egels
verkleinwoord Abessijns egeltje Abessijnse egeltjes

Zelfstandig naamwoord

de Abessijnse egelm

  1. (insecteneters) Paraechinus aethiopicus   insecteneter uit de familie van de egels (Erinaceidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Ehrenberg in 1832
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie