Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ANWB-echt·paar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ANWB-echtpaar ANWB-echtparen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ANWB-echtpaaro

  1. twee getrouwde mensen die dezelfde vrijetijdskleding dragen zoals door de ANWB wordt verkocht


Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie