77-jarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: 77-jarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzevənənˌsevə(n)təxˌjarəx / (8 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenennegentigjarig': /ˈzøvənənˌzøvəntəxˌjarəx/
Woordafbreking
- 77-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 77-jarig |
verbogen | 77-jarige |
partitief | 77-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
77-jarig
- 77 jaren durend
- Gedurende dit 77-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 77 jaar
- Bij de brand viel helaas een 77-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 77-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.