67-jarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: 67-jarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzevənənˌsɛstəxˌjarəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenenzestigjarig': /ˈzøvənənˌsɛstəxˌjarəx/
Woordafbreking
- 67-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 67-jarig |
verbogen | 67-jarige |
partitief | 67-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
67-jarig
- 67 jaren durend
- Gedurende dit 67-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 67 jaar
- Bij de brand viel helaas een 67-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 67-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.