59-jarig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- 59-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 59-jarig |
verbogen | 59-jarige |
partitief | 59-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
59-jarig
- 59 jaren durend
- Gedurende dit 59-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 59 jaar
- Bij de brand viel helaas een 59-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '59-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.