57-jarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: 57-jarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzevənənˌfɛiftəxˌjarəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenenvijftigjarig': /ˈzøvənənˌfɛiftəxˌjarəx/
Woordafbreking
- 57-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | 57-jarig |
verbogen | 57-jarige |
partitief | 57-jarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
57-jarig
- 57 jaren durend
- Gedurende dit 57-jarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 57 jaar
- Bij de brand viel helaas een 57-jarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord '57-jarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.