100 eurobiljetten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • 100 eu·ro·bil·jet·ten, (indien uitgesproken) hon·derd eu·ro·bil·jet·ten

Zelfstandig naamwoord

de 100 eurobiljettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord 100 eurobiljet
Schrijfwijzen