русский

Russisch

Uitspraak

• Geluid:  русский    (hulp, bestand)
• IPA: ˈruskıj m, ˈruskəjə v, o

Woordafbreking

• ру́с-ский

	enkelvoud			meervoud
	m	v	o
nominatief	ру́сский	ру́сская	ру́сское	ру́сские
genitief	ру́сского	ру́сской	ру́сского	ру́сских
datief	ру́сскому	ру́сской	ру́сскому	ру́сским
accusatief	ру́сский ру́сского	ру́сскую	ру́сское	ру́сские ру́сских
instrumentalis	ру́сским	ру́сской (ру́сскою)	ру́сским	ру́сскими
locatief	о ру́сском	о ру́сской	о ру́сском	о ру́сских

Bijvoeglijk naamwoord

русский

1. Russisch, op Rusland en de Russen betrekking hebbend

   «Русский язык.»

   De Russische taal

Woordherkomst en -opbouw

• Zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig naamwoord

русский m

1. (taal) Russisch

   «Учебник по русскому.»

   Een leerboek Russisch.

2. Rus

   «Он — русский.»

   Hij is een Rus.