Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ær·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Noorse woord erte, dat van het Oudnoorse werkwoord erta komt
Naar frequentie 91122
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ærte
ærter
ærtede
ærtet
volledig

Werkwoord

ærte

  1. ergeren, plagen
Synoniemen

Verwijzingen